Lina was op haar boers een pronte dame

THEMAKRANT GROOT-OUDERS EN KLEINKINDEREN (EDITIE 9, JUNI 2021)

 

door Willem Staat

Opoe Sloe was bijna haar hele leven op haar boers. Ze was kort van gestalte, maar dat viel niet zo op door de trotse Zuid-Bevelandse streekdracht met de brede muts. Daarin was ze een pronte dame.

De wieg van Paulina (Lina) Nijsse stond op 16 september 1900 in Wolphaartsdijk. Opoe ging dus met het jaar mee. Na haar huwelijk op 14 juli 1921 met Jacobus (Ko) de Jager betrok het stel een huisje aan de Oude Veerweg onder Lewedorp. Daar brachten ze tien kinderen groot.

AOW

Opa (geboren 15 juni 1903) was boerenknecht. Hij werkte door tot aan zijn dood op 10 februari 1979. Dat was in de strenge winter van 1978-1979. ,,’t Is koud”, sprak hij die zaterdag, nadat hij van het land kwam. Dat waren de laatste woorden van de grote sterke man, die zijn hele leven had gewerkt. Dat laatste was vanzelfsprekend. AOW werd om principiële redenen niet aangepakt door sommige leden van de bevindelijke kerk waartoe opa behoorde. Wanneer je in God geloofde zou Hij ook wel voor je zorgen, was de redenering.

Varkensslacht

Opoe (Pau-)Lina Sloe, wiens handen nooit stil stonden.

Het was een feit dat opa en opoe niks tekort kwamen. Ze mochten tot aan hun dood voor een lage huur wonen van de man die hun huis bezat. Behalve van loon van opa leefden ze van wat het land opbracht. En natuurlijk van het vlees van het varken dat in november onder het mes ging. Hoewel opa uit een slagersfamilie kwam, liet hij de slacht graag aan een ander over.

Het varken was in de lente als big aangekocht en werd gemest met krielaardappeltjes, die opoe kookte. Die kopen we nu als delicatesse om zelf op te eten, maar waren vroeger standaardvoer voor de krulstaarten. Vriezers en koelkasten ontbraken, dus ging het vlees gezouten en wel in Keulse potten.

Opoe runde het hele huishouden. Ze sneed boterhammen met de hand terwijl ze een groot brood tegen haar beuze aanhield. Soms werden ze belegd met stropievet, oftewel reuzel met stroop. Dat was boter en beleg tegelijk en smaakte heerlijk.

Oorlog

De oorlog kwam twee keer langs. Eerst in 1940 toen de Fransen voorbijtrokken op hun aftocht richting Walcheren. De tweede keer was najaar 1944 toen de familie dagen dekking moest zoeken door de Slag om de Sloedam. Het hele gezin bleef gespaard.

Geheugen

Opoe overleefde opa zeven jaar. Ze beschikte over een indrukwekkend geheugen. Dat laatste kwam van pas bij bezoek van kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Ze wist precies wie ze voor zich had en informeerde al breiend hoe het met je ging en of het goed ging op je werk. En wanneer je iets vertelde dat indruk maakte zei ze: ‘Tsjoe tsjoe ‘t is toch wat’. Haar handen stonden letterlijk naar nijverheid. Opoe bewoog ze ook over elkaar wanneer ze niet breide.

Pas toen opoe Sloe de laatste jaren op haar burgers moest, zag ik hoe klein van stuk ze was en wat streekdracht kon doen met een mens.

1 Reactie
  • Gerard de Kok
    Geplaatst op 15:03h, 18 september Beantwoorden

    Opoe was als een moedertje voor ons omdat wij als 8 kleinkinderen op nog geen 25 meter van haar af woonden. Onze moeder Pietje de Kok de Jager was haar oudste dochter.
    Wat geweldig om een stukje geschiedenis over haar te lezen

Geef een reactie