De klunzige klusser

THEMAKRANT DAT MAAKTE JE ZELF (editie 25, JULI 2025)

 

door Albert Kort

,,Je slaat de spijker op de kop.’’ Als iemand dat tegen je zegt, voel je je gevleid. En terecht, je bent er tenslotte in geslaagd duidelijk te maken waar het om gaat.

Ik krijg het compliment vaak te horen, maar geloof het of niet, gelukkiger word ik er niet van. Wat de meeste mensen namelijk niet weten, is dat de uitdrukking ‘de spijker op de kop slaan’ voor mij uitsluitend een figuurlijke betekenis heeft. Want ik kan nog geen spijker in de muur slaan.

Als kind kon ik het al niet. Hoe ik ook mijn best deed, slechts zelden lukte het me zelf iets te maken. Met Lego-steentjes huizen maken, van Meccano autootjes of kraantjes in elkaar zetten: het was aan mij niet besteed. Het vlechten van een rieten mand op de kleuterschool bezorgde me zelfs nachtmerries. Iedere keer moest de juf eraan te pas komen om de klus te klaren. Dat dit de lachlust van mijn klasgenootjes opwekte was te begrijpen.

Erfelijk

Die onhandigheid moet ik van mijn vader hebben geërfd, want ook die had twee linkerhanden. Voor alle karweitjes in huis werd dan ook een vakman ingehuurd. Voor het schilderen van het houtwerk werd een afspraak met de schilder gemaakt, voor het leggen of repareren van een leiding in huis een elektricien en voor het werk in de tuin een hovenier. Zelfs het opzetten van een tent in onze tuin was voor mijn vader een uitermate moeilijke klus.

Toegegeven, hij had er door zijn drukke baan geen tijd voor, maar hij miste ook de handigheid. Daar kwam ik op latere leeftijd achter, toen ik hem in 1975 met de auto een keer ergens naartoe bracht. Voordat we vertrokken, verzocht ik hem de veiligheidsriem om te doen, een maatregel die in dat jaar voor iedereen op de voorbank verplicht was gesteld. Wat heb ik toen moeten gniffelen. Minutenlang zat hij te hannesen om zich in dat ‘vervloekte ding’, zoals hij de gordel noemde, te hijsen.

Gouden handjes

Thuis spelend aan tafel. De balletjes moesten op het stokje worden geplaatst, maar ik probeerde met het stokje in de balletjes te prikken.

Nee, dan mijn moeder en mijn twee broers. Die beschikten over gouden handjes. Mijn moeder was een uitgesproken perfectionist, die niet eerder stopte met haar handwerk tot de ideale trui was gebreid. En ook mijn oudste broer kluste en klust in eigen huis naar hartenlust. De corona-pandemie van een paar jaar geleden moet voor hem een waar hoogtepunt zijn geweest, want toen was zowat heel Nederland aan het doe-het-zelven.

De tuin van mijn andere broer is omgetoverd tot een ware open-lucht-autowerkplaats, waar hij naar hartenlust aan zijn auto’s en motoren kan sleutelen. Wat een goed gevoel moet het geven om zelf dingen in elkaar te kunnen zetten. Wie wil immers geen zichtbaar resultaat van zijn inspanningen?

Dat is helaas voor mij niet weggelegd. Nu al zie ik op tegen het eerstvolgende bezoek aan Ikea, de winkel waar je in dozen verpakte meubeltjes kunt kopen die je zelf in elkaar moet zetten. Het zijn voor mij dozen van Pandora!

foto boven: Naast mijn oudere broer op de kleuterschool. Hij maakt iets en ik (links) sta er bij. | foto’s privéarchief Albert Kort

Geen reacties

Geef een reactie