Spijbelen

door Mieke van der Jagt

Ik kan het nu gerust opschrijven; mijn kinderen zijn groot en hebben inmiddels al hun diploma’s. Logischerwijs heb ik altijd verzwegen dat ik een notoire spijbelaar was op de middelbare school.

Ten eerste was ik regelmatig schoolziek, eigenlijk gewoon geen zin om uit bed te komen. Mijn moeder kwam dan met een thermometer maar die was gemakkelijk op te wrijven tot pakweg 38,5. Probleem was dat ik het na een poosje zat werd in bed en naar beneden sukkelde als ik mijn moeder de lepeltjes in de kopjes hoorde zetten: koffie! Mijn moeder, die waarschijnlijk haar verdenkingen al koesterde, riep dan: ,,Ga jij de luxaflex maar schoonmaken.” Met een beetje geluk kwam er dan visite, waardoor ze de schoonmaak liever afbliezen. Zo’n meid die met tegenzin met een emmertje en doekjes in de weer was, bedierf de pret en algauw zat ik dan gezellig mee te kletsen.

Rond mijn vijftiende vond ik een manier om langer te spijbelen maar dan moest ik wel elders onderdak zoeken: in de kroeg. Het handschrift van mijn oma, die in 1906 had leren schrijven, kon ik heel goed nadoen. Ze schreef zorgvuldig, erg schuin met lange lussen. Mijn ouders schreven te vlot. Dus kwamen de briefjes van mijn oma en vrienden of vriendinnen namen de telefonische afmeldingen voor hun rekening.

Dat ging bijzonder goed. Ik zorgde dat ik repetities maakte, kwam natuurlijk vaak genoeg voor de gezelligheid naar school maar bracht ook behoorlijk wat uren in de kroeg door met schaken, kaarten en andere spelletjes, altijd onder het genot van een beker chocolademelk. Geen vuiltje aan de lucht tot ik een repetitieweek vergeten was. Doorgaans werden die na een vakantie gehouden maar deze viel overal middenin en ik was al meer dan een week ‘ziek’.

Op een dag kwam ik net van de WC om mijn schaakpartijtje te hervatten toen ik mijn moeder door het tochtportaaltje zag komen met vuurrode vlekken in d’r nek en een niet zo blij gezicht, om het eufemistisch te zeggen. Ze werd direct gevolgd door een meewarig kijkende buurvrouw die een rijbewijs en dafje had.

De conrector had gebeld of ik toch niet in staat was mijn repetities te maken. Misschien had hij wel zijn vermoedens. Ik was er dus gloeiend bij.

,,Jij blijft zeker een maand binnen”, riepen mijn ouders maar toen ik uiteindelijk voor alle repetities, inclusief die ingehaalde, een voldoende had en ze mijn gezeur beu begonnen te raken mocht ik weer weg.

Toen het later, in de hogere klassen, interessanter werd op school verdween mijn behoefte om te spijbelen. Behalve bij gym. Dat heb ik tot het eind van de vijfde volgehouden.

foto: Schaken in de kroeg was stukken leuker dan naar school gaan. | foto Mieke van der Jagt

Geen reacties

Geef een reactie