Boekenwurm

door Albert Kort

‘Een echte boekenwurm’. Dat kreeg ik al op piepjonge leeftijd te horen. Ik kon het moeilijk ontkennen, want in vergelijking met mijn vriendjes las ik heel veel. Terwijl zij bezig waren met een spelletje knikkeren of een potje voetbal zat ik op zolder, in mijn eentje en genietend van al mijn lectuur.

Op school kreeg ik de Taptoe, een katholiek blad met een nogal stichtelijk karakter. Verplichte kost voor iemand die een school bezocht waar paters en nonnen de scepter zwaaiden. Dan was de Sjors, die iedere week bij ons in de brievenbus lag, veel leuker. En dat kwam niet alleen door de avonturen die Sjors en zijn vriendje Sjimmie beleefden. Wat de lachlust opwekte, was de wijze waarop Sjimmie werd uitgebeeld, namelijk als een jongetje met dik kroeshaar, dikke lippen, een bot door zijn neus, en gehuld in een rieten rokje. Het zou in onze tijd niet meer kunnen. Toen wist ik niet beter en kon ik er alleen om lachen. Ook het stripblad ‘Billie Turf’ vond ik geweldig. Dat dikke en stoute mannetje, dat op de kostschool waar hij zat kattenkwaad uithaalde en een nagel was aan de doodkist van meester Kwel. Kostelijk!

Toen ik een jaar of tien was, liet ik de stripboekjes voor wat ze waren en ging ik ‘echte’ boeken lezen, dat wil zeggen boeken zonder plaatjes. Het was even wennen, maar mijn geduld werd beloond. Want wat was en is er nu mooier dan geschreven teksten omzetten in eigen beelden? Neem de pockets van Karl May, waarin de avonturen van Old Shatterhand en Winnetou worden beschreven. Al lezend kwam het ‘Wilde Westen’ tot leven en zag ik mezelf op een paard door de woestijn reizen, op mijn hoede voor de vele gevaren die daar op de loer lagen. De complete serie van Karl May’s boeken (vijftig stuks) staat nog steeds in mijn boekenkast. Het zijn volgens mij de enige boeken die de vele verhuizingen hebben overleefd.

Ook op de middelbare school hield mijn leeslust niet op. Voor de talen waren bepaalde boeken verplicht en sommigen uit mijn klas gruwden daarvan. Voor mij was dat echter geen enkel probleem, die boeken verruimden je blik en interesse alleen maar. Ik weet dat ik bij het vak Nederlands gegrepen werd door het werk van de magisch realist Hubert Lampo. Surrealistisch en bij tijd en wijle onbegrijpelijk, maar toch leuk. En ook de verhalen van Louis Paul Boon gingen er in als koek. Zijn maatschappijkritische romans hebben zeker bijgedragen tot mijn interesse in sociale geschiedenis.

1 Reactie
  • Marina Govaert de Groene
    Geplaatst op 10:18h, 24 oktober Beantwoorden

    Leuk, ik was door mijn ouders lid gemaakt van Sjors en Sjimmie en de Rebellenclub. Later de Tina en de boekjes uit de Leesmap. Naar de Bieb. Hele reeksen Wipneus en Pim. Sprookjesboeken enzzz ook naslagwerk bij schoolprojecten.

Geef een reactie