THEMAKRANT GELD (editie 24, april 2025)

door Peter de Jonge

Eind oktober begin november 1966 is er opschudding in Krabbendijke. Op de plaatselijke vuilnisbelt worden spaarbankboekjes gevonden van inwoners, waarin precies te lezen valt hoeveel geld die in 1961 en 1962 op hun rekening hadden staan.

De vondst is het gevolg van een slordige opruimactie van de kassier, kort voor de verhuizing van de Raiffeisenbank naar een nieuw kantoor. Oude stukken werden verbrand of begraven, maar 250 oude spaarbankboekjes zette hij zaterdag 22 oktober in een afgesloten doos op de vuilnisbelt. Maandag zou daar toch weer een dikke lading huisvuil over worden uitgestort, dacht hij.

De kassier besefte niet dat er op die belt altijd ‘schatgravers’ zijn en laten die nou die zaterdag op de bewuste doos stuiten. Zodra de kassier ervan hoort spoedt hij zich naar de vuilnisbelt en verzamelt zoveel mogelijk boekjes, die inmiddels verspreid liggen tussen het vuilnis. Hij vindt ze niet allemaal terug. Zo gaan in het dorp al snel details rond die afkomstig zijn uit het boekje van slager L. Visser. Die dient een klacht in bij de bank en schrijft een brief op poten aan het hoofdkantoor. Het leven gaat gewoon door. Daags na de publicatie over ’De zaak van de vernietigde spaarbankboekjes’ (PZC 4 november 1966) overhandigt de vijfjarige dochter van de kassier tijdens de officiële opening van het nieuwe kantoor de sleutel aan burgemeester L. Cnossen. Alsof er niets gebeurd is. Over de affaire wordt met geen woord gerept.

foto: Kinderen struinen de vuilnisbelt in Krabbendijke af. | Foto: Jacqueline Midavaine. ZB/Beeldbank Zeeland rec. nr. 94646