We slaan de spijker op zijn kop

THEMAKRANT DAT MAAKTE JE ZELF (editie 25, JULI 2025)

 

door Jan van Damme

We plakten onze eigen banden, timmerden zeepkisten in elkaar en stopten sokken. De handen uit de mouwen steken, zelf knutselen – het was vaak noodzaak, want veel geld was er niet. We putten in deze Zeeuws Weerzien uit een bron vol milde herinneringen en nemen u graag mee naar de tijd waarin er spijkers met koppen werden geslagen.

Ze heette Saartje. Rode, beetje slappe kam op haar kop, diepbruine vleugelpennen overlopend in bijna rode uiteinden, forse gele poten. Kortom, een plaatje. Voor zo’n kip zou je een paleis in elkaar timmeren.

Een paleis werd het niet. Hoewel er bij ons thuis veel aan vrachtwagens werd geknutseld – er werd getimmerd, gezaagd, gevijld, gelast en gesleuteld – had ik kennelijk de genen niet. Zelfs de relatief simpele constructies uit de meccanodoos die ik van mijn oudere broer had gekregen, werden onder mijn handen nooit meer dan wankele bouwsels die al instortten voor ik de laatste schroef had aangedraaid.

Onderkomen

Maar voor Saar wilde ik al mijn beperkte technische kwaliteiten aanspreken. In de voorraadkast in de garage vond ik een la vol bruikbare spijkers en krammetjes. Na enkele woensdagmiddagen en vrije zaterdagen had ik van oude planken en restanten van pallets een kist in elkaar getimmerd, waarin ik de lievelingskip een voor mijn gevoel waardig onderkomen kon bieden. Hoewel haar gevoelens moeilijk te peilen waren, was ik ervan overtuigd dat Saar zwaar tevreden was met mijn handenarbeid.

Nu, ruim zestig jaar later, zou het een mooie herinnering moeten zijn. Niet zo handige Jan die toch maar even een mooi kippenkotje weet te fabriceren. Maar die overwinning werd niet veel later overschaduwd.

Saar, het ging om Saar. We hadden in totaal zeven kippen, Saar en nog zes andere. Die andere waren allemaal groter, brutaler en ongezeglijker dan mijn Saar.

Circusact

Was het jaloezie, kippennijd? Nadat Saar in mijn vrije tijd in haar hoogsteigen kist was geplaatst en gewillig meewerkte aan een circusact waarbij ze rondjes moest lopen tussen mijn armen als ik op handen en knieën zat, begon ze veren te verliezen. Aan haar achterkant. Extra voer, extra water, meer vrijheid buiten de kippenren, niets hielp. Saars achterkant werd kaler en kaler.

Pas toen ze werkelijk ziek leek te worden en ook niks meer van het voor haar getimmerde hok wilde weten, begon het te dagen. Saar verloor geen veren. Nee, ze werd kaal gepikt door de andere kippen.

Saar uitgeteld, uitgeput, levensmoe op een oude jute aardappelzak. Ik heb een hele dag naast haar gezeten voor ze haar voor mij zichtbare oog sloot.

Vegetariër

Na een leven lang bij de Zeeuwse krant hamer ik nog altijd te hard op mijn toetsenbord.

Zeggen mijn zonen.

Maar ik ben geen timmerman geworden.

Wel vegetariër. Van bloeddoorlopen biefstuk en gratige vis was ik toch al geen liefhebber. ‘Vlees noch vis’, werd er in familiekring soms licht lacherig gevraagd.

Jazeker, dacht ik dan – met dank aan Saar.

foto: Public Domain Pictures

Geen reacties

Geef een reactie