Katholieken aten op vrijdag vis

THEMAKRANT WAT SCHAFT DE POT? (editie 26, OKTOBER 2025)

 

door Albert Kort

‘Boter bij de vis’. We kennen het gezegde allemaal. Gelijk betalen als je iets koopt. Toen ik nog een kleine jongen was, dacht ik bij deze woorden echter aan heel iets anders, namelijk aan de warme maaltijd op vrijdag. Dan stonden er steevast gekookte aardappeltjes met geschrapte worteltjes en vis overgoten met botersaus op het menu.

Meestal was het kabeljauw, waar soms nog wat graten in zaten. Wat vond ik dat eten toch vies. De vette en smaakloze saus, en dan die gekookte aardappels waar kraak noch smaak aan zat, om over de doorgekookte worteltjes nog maar te zwijgen. Het toetje, griesmeelpudding overgoten met aardbeiensiroop, kon gelukkig nog iets goedmaken.

Vrijdag

Zuster Manja, de juf op de kleuterschool Jacinta aan de Tulpstraat in Goes leest voor. Albert staat rechts. | foto archief Albert Kort

Op de kleuterschool kreeg ik van mijn juf – een non in habijt – te horen waarom gelovige mensen, en dat waren in haar ogen uitsluitend katholieken, op vrijdag vis moesten eten. De vrijdag, zo vertelde ze, ‘herinnert ons aan de dag waarop Jezus Christus gekruisigd is en daarom Goede Vrijdag wordt genoemd.’

Van die laatste woorden snapte ik geen snars, hoe kan een dag nu ‘goed’ worden genoemd als iemand op die dag aan een kruis wordt geslagen en daar vreselijk moet lijden voordat hij uiteindelijk sterft? Ik durfde het niet te vragen, ik wist namelijk dat ze over een kort lontje beschikte en ze had ons al vaker duidelijk gemaakt dat kinderen die vragen werden overgeslagen. ,,We moeten die dag vasten”, zo vervolgde ze haar verhaal, ,,omdat we dan kunnen nadenken over vleselijke verlangens of verslavingen.”

Voorlichting

Ook de betekenis van die laatste woorden ontging me ten enenmale. Wat bedoelde ze daar nu weer mee? De antwoorden kreeg ik pas toen ik een jaar of twaalf was en in de hoogste klas van de lagere school voor het eerst in mijn leven seksuele voorlichting kreeg.

Hoe dan ook, de vrijdag bleef voor ons nog lange tijd visdag. Vreemd genoeg was en bleef die dag voor mijn vader – protestants van huis uit – een ware feestdag. Voor hem was het eten van vis een culinair hoogtepunt. Vlees lag hem namelijk te zwaar op de maag. Door en door gekookte aardappeltjes en worteltjes, geserveerd met een stukje vis: het was zowat vloeibaar voedsel dat door je keel gleed.

Ook ik vind vis inmiddels bijzonder lekker. Gefileerde zalm, tonijn, forel, zelfs kabeljauw: ik kan er geen genoeg van krijgen. Voor mij mogen dan ook alle dagen tot visdagen worden uitgeroepen. In dat opzicht ben ik de katholieke kerk trouw gebleven.

foto boven: Viskraam Frans en Tina de Brouwer op de hoek van het stadhuis en de Lange Kerkstraat in Goes. | foto collectie Rob Bitter

Geen reacties

Geef een reactie