Boer-eiers: Wie kent dit spel?

THEMAKRANT SPELEN (editie 13, JUNI 2022)

 

door Margreeth Ernens

Op de lagere school in Terneuzen speelden we in de pauze meestal ‘Boer-eiers’. Dit was een soort tikkertje, maar dan anders.

Eén persoon ‘was ‘m’ om te beginnen. Zodra hij iemand anders had getikt, riep hij ‘boer’. Hand in hand ging dit duo vervolgens op jacht naar de volgende ‘boer’, om daarna met z’n drieën hand in hand verder te gaan. Zodra de vierde ‘boer’ een feit was (iedereen riep dan heel hard ‘Boer-eiers’), werd er in twee duo’s gesplitst. Het werd natuurlijk voor de kinderen die moesten worden afgetikt, steeds moeilijker om de duo’s en trio’s te ontlopen, zeker als die samenwerkten. Het spel betekende wel dat er heel veel werd rondgerend op het schoolplein.

Wie kent dit spel?

De redactie van Zeeuws Weerzien heeft gezocht maar niet gevonden: waar komt dit spel vandaan, waar komt de naam vandaan en wordt het tegenwoordig nog gespeeld? U kunt uw reactie sturen naar web@zeeuwsweerzien.nl. We zijn heel benieuwd!

Remco van Schellen van Omroep Zeeland had met Margreeth een boer-eiers-moment op het schoolplein: beluister de podcast!

Pieken

We deden natuurlijk ook andere spelletjes op het schoolplein. Als kinderen van een jaar of tien hadden wij – jongens én meisjes – allemaal een zakmes, althans de meesten van ons toch. (Kom daar nu eens om…)

Een mes had je nodig om te Pieken. Bij de ingang van het schoolplein was een minuscuul stukje onbegroeide aarde en dat was van ons: met grote nauwkeurigheid kerfden we er een rechthoek van ongeveer 40 bij 50 centimeter in de grond, keurig verdeeld in twee stukken: een deel was van jou, het andere van je tegenstander. Zittend op je knieën of hurken op een halve meter afstand, was het de kunst om je mes in het grondgebied van je tegenstander te gooien.

Het mes moest tamelijk rechtop terechtkomen, anders telde het niet, onder een schuin terechtgekomen mes moesten minstens twee vingers passen. Zodra de messtand was goedgekeurd door beide partijen, werd er vanaf dat punt in de richting van het lemmet in de grond gekerfd en kreeg de messengooier het deel erbij dat grensde aan zijn grond. Om te winnen moest je dus al het land afpakken van je tegenstander. Het spel werd voor de partij die aan de winnende hand was, natuurlijk steeds moeilijker, want het stuk land van de verliezende partij kromp snel. Goed mikken was dan ook cruciaal, want als je mes in je eigen land terechtkwam, verloor je grond.

Geen reacties

Geef een reactie