‘Da’s om gaten met gaten te stoppen’

THEMAKRANT GELD (editie 24, april 2025)    

 

door Mieke van der Jagt

Half de jaren zeventig heb ik een blauwe maandag bij een hypotheekbank gewerkt als zomerbaantje. We moesten de hele dag verlengingsvoorstellen maken, een brief waarin stond wat de komende jaren de hypotheekrente zou zijn, wat het maandelijks te betalen bedrag zou worden en wat de boete zou bedragen bij aflossing van meer dan 10 procent van het openstaande bedrag.

Het was geen leuk werk. Niet alleen omdat je uitsluitend gezelschap had van een reken- en typemachine, maar ook omdat je niet kon nalaten je de ontvangers van die brieven voor te stellen. Die zagen in een klap de hypotheekrente verdubbelen tot soms wel 12,5 procent. Verderop in het gebouw kwamen weleens mensen huilend aan de balie. Je kreeg het idee dat de ‘voorstellen’ veeleer een soort dwangbevelen waren.

Pee-elletje

In die tijd van heftige inflatie kwam ook het fenomeen persoonlijke lening op: een pee-elletje, zoals het eufemistisch in de volksmond klonk. De rente daarop bedroeg wel 25 tot 30 procent. ,,Da’s om gaten met gaten te stoppen”, waarschuwde mijn vader, die aan niks zo’n hekel had als aan schuld.

Zelf had hij kort daarvoor een tweede huisje gekocht in Borssele en dat had hij gewoon betaald, zonder te lenen. Dat ik kort daarop een hypotheek nam van 65.000 gulden voor een huisje in Kwadendamme, zinde hem dan ook helemaal niet. Dat ik 20.000 gulden contant mee naar de notaris nam (door mijzelf en mijn ouders gespaard) kon niet verhoeden dat de bank voor eenzelfde bedrag een garantie eiste. Dat deed hij dan, mopperend, weer wel: 20.000 gulden werd ‘gecedeerd’. Ik betaalde 9,75 procent.

Straatarme weduwe

Dat mijn vader zo’n hekel had aan schuld valt te verklaren uit zijn ervaringen daarmee. Toen mijn Opoe, een straatarme weduwe met acht kinderen, andere woonruimte moest zoeken begin jaren dertig, kwam haar broer met een voorstel. Op een lapje grond dat hij nog had, kon ze een huisje laten bouwen. Dat kostte 11.000 gulden die ze van hem kon lenen. Met zes jongens die op hun twaalfde naar het land konden, zou ze dat kunnen afbetalen. Ondertussen konden die jongens ome Dirk in zijn moestuin helpen, bij het onderhoud van zijn huis en bij de jacht.

De hele schuld was eind jaren 40 afbetaald. Maar tot aan de dood van haar broer vele jaren later gaf Opoe — telkens als een van haar jongens op bezoek kwam — opdracht om eerst even bij ome Dirk te kijken of hij toch geen hulp nodig had. Dirk had haar dan wel geholpen met de aankoop van een huisje, een investering in de toekomst van de jongens was het niet. Opoe had ze zo graag naar de mulo zien gaan.

Hypotheekgarantie

Dat mensen pas in de jaren 50, met de invoering van de nationale hypotheekgarantie, behoorlijk toegang kregen tot financiële diensten, moet veel levens direct en indirect hebben beïnvloed. In veel Derde Wereldlanden is dat helaas nog steeds niet het geval.

Foto: Het huisje van Opoe in Zuid-Beijerland, dat werd gekocht met een lening van ome Dirk. De dames op het bruggetje zijn Janna en Pleuns, tantes van Mieke van der Jagt. | Foto Collectie Mieke van der Jagt

Geen reacties

Geef een reactie