Dat viel even tegen

door Allie Barth

In 1847 vertrok een grote groep Zeeuwen onder leiding van de predikant Cornelis van der Meulen en de rijke boer Jannis van de Luijster naar Noord-Amerika. Op zoek naar een nieuw vaderland waarin men ongehinderd zijn geloof kon belijden. Van de Luijster betaalde voor alle mensen de reis. Daaronder waren leden van de familie Steketee, ook nu nog een bekende naam in Borsele en Nieuwdorp en in het stadje Zeeland in de Verenigde Staten.

Alle deelnemers aan de overtocht behoorden tot de Christelijke Afgescheiden Gereformeerde Kerk. Zij hadden de hervormde kerk vaarwel gezegd, omdat daar volgens hen een valse leer werd verkondigd. Tot 1841 werden ze vervolgd door de overheid. Nadien niet meer, mits ze van hun bestaan kennis hadden gegeven aan de overheid. In de negentiende eeuw was dominee Steketee in Nieuwdorp een bekende verschijning. Eén van zijn zoons bracht het aan het eind van die eeuw tot hoogleraar aan de Theologische School in Kampen.

Zo rond 1970 besloten twee Amerikaanse gezusters Steketee een reis te maken naar Zuid-Beveland waar ze ongetwijfeld Zeeuwse Steketee’s zouden kunnen ontmoeten.  Beide dames, aan de verkeerde kant van vijftig jaar, behoorden tot de welvarende Amerikanen wat zich niet alleen in de kleding uitte, maar ook in de lichamelijke omvang.

Zij arriveerden op een regenachtige dag in Goes en namen een kamer in Hotel De Korenbeurs. Aan de directie van het hotel legden zij uit waarom zij naar Goes waren gekomen. Dat ging om een kennismaking met Zeeuwse Steketee’s, graag in klederdracht. De directeur zegde alle medewerking toe, maar vertelde er meteen bij, dat mannen al niet meer in klederdracht liepen en dat vrouwen ook steeds meer op hun ‘burgers’ door het leven gingen. Hij pakte wat later het telefoonboek om te bezien welke Steketee’s in het dorp Borssele woonden. Het gelukte hem om een wat ouder echtpaar van die naam te strikken voor een bezoek én zeer tot verheugenis van de beide dames liep de Borsselse vrouw nog op haar boers.

Twee dagen later kwamen man en vrouw het hotel binnengewandeld. Onder het uitstoten van opgewonden geluidjes schudden de beide Amerikaansen de handen van het echtpaar. De man was klein en mager en zag er oud uit. De vrouw had ook al geen vlees op de botten en was langer dan de man. Na de eerste kennismaking viel er een wat gedwongen stilte. Het echtpaar kende geen Engels en de Amerikaanse dames spraken geen Nederlands.

Een paar minuten later liep het zweet beide dames tappelings langs de rug. Ze pakten ook een zakdoek om het rode hoofd droog te wrijven. De boerenvrouw nam kordaat het heft in eigen hand en sprak tegen haar man: ,,Je moet eens vertellen dat we met de nieuwe auto gekomen zijn.” De echtgenoot  sputterde eerst zachtjesaan wat tegen, maar herpakte zich. Hij schraapte de keel en sprak: ,,Ons bin mee de’n nieuwe auto gekomme.” Maar van de overzijde van de Atlantische Oceaan kwam geen reactie. Beide dames keken elkaar aan en antwoordden niet. Ze begrepen er niets van. ,,Toe man, zeg het nog eens een keer. Misschien zijn ze doof.” Op verhoogde toon sprak de man nogmaals: ,,Ons bin mee de’n nieuwe auto gekomme”.

De zussen deinsden verschrikt achteruit. Wat was er aan de hand.  Deed men in Holland altijd zo? Na nog een oorverdovende stilte stond de vrouw uit Borsele op, pakte haar omslagdoek en paraplu en trok haar man mee. Ze sprak: ,,Kom Piet, we brengen de nieuwe auto naar huis. Zijn we hiervoor nou helemaal uit Borssele naar Goes gekomen? ’t Is helemaal geen familie, want die zou ons wel verstaan hebben. Ze zijn ook veel te dik om familie te kunnen zijn.“

Het is niet bekend of de Amerikaanse Steketee’s terug konden kijken op een plezierig verblijf in Zeeland.

Met dank aan Hans van Boven.

Beluister het gesprek dat Remco van Schellen van Omroep Zeeland met Allie had in ‘Zeeland wordt wakker’:

Geen reacties

Geef een reactie