De lente van de paarden

door Jan Jansen

Ze springen, rennen, briesen. Begerig snuiven ze de geur van lentegras op.

Als ik op m’n fietsje, vast eentje met blokken op de trappers, terugkom van een logeerpartij in de paasvakantie, wacht mij op de boerderij een vrolijk welkom van de net uitgelaten paarden.

Mijn vader op de rug van Elza met hond Fox op zijn schoot. Moeder kijkt rechts net om het hoekje. Op de achtergrond de Braakmandijk met muraltmuurtjes.

Het zijn er maar drie – ook hier rukt de trekker op –, maar zelden zie je ze zo uitbundig. Het Zeeuws trekpaard is doorgaans een bedaard paard dat loom en op drie poten in een hoekje van de wei staat te dommelen. Maar nu ze na maanden in een muffe, donkere stal weer losgelaten worden, moet de dufheid van de winter eruit gedarteld worden.

De jongste gooit de achterpoten in de lucht (sorry paardenmensen, wij hadden het echt niet over benen), de anderen gaan er op een drafje achteraan, zelfs de oude Vera. Nog niet in de wei, dat komt straks. Als ze de stal uitkomen, zijn ze niet te houden en laat de boer ze eerst maar los op het erf rond huis en schuur.

De oudste broer van Jan op een trekpaard.

Hij is niet de vrolijkste mens op aarde, maar groot liefhebber van paarden. Het tafereel overziend lijkt ook hij de winterdepressie nu van zich af te schudden. Hij vindt het zelfs goed dat ze dwars door een lapje felgele narcissen daveren.

(Zeg ik nou narcissen? Nee, ‘paasblommen’ natuurlijk!)

Lang kon je het trekpaard als oersterke rechterhand van de boer schilderen op de Zeeuwse boerderij. Oersterk, maar elegant tegelijk. De prachtige rondingen, de manen, die ogen en (sorry dierenvrienden) het knotje. Oersterk, maar ook braaf en volgzaam. Paarden kon je wat leren. ‘Utom, aerom’, richtingaanwijzingen die ze zich al jong eigen maakten.

Op de rug van deze knollen kon een kind rustig meeschommelen. Je kon ze aanzetten tot een drafje, maar liever niet… Terwijl ze zich toch uit de naad werkten voor de boer als die erom vroeg. Met dampende lijven karren vol bieten uit modderige akkers sleuren, de ploeg door de zware klei trekken. En zoveel meer.

Braaf en gedwee. Maar als ze in het voorjaar de stal uit mogen, is het net een stel jonge honden.

Er zijn veel lentebodes. De zwaluw, de koekoek, de ontluikende geuren en kleuren van alles wat groeit en boeit. Heerlijk. Maar de rituele lentedans van paarden in een paasvakantie lang geleden beklijft niet minder.

Foto boven: Oom Piet, groot paardenliefhebber, met kar en paard, beide feestelijk versierd. De foto’s zijn gemaakt in de jaren veertig van de vorige eeuw.

Beluister het gesprek dat Remco van Schellen van Omroep Zeeland met Jan had in ‘Zeeland wordt wakker’:

Oom Piet met een van zijn favoriete paarden, vermoedelijk Nellie.

Tags:
Geen reacties

Geef een reactie