Die plotselinge stilte…

door Ali Pankow

Natuurlijk wist ik wel iets van de Watersnoodramp van 1953. Zelf had ik er ‘geen actieve herinnering’ aan, want ik was nog maar anderhalf toen het gebeurde.

Maar binnen onze familie waren er wel de verhalen. Wij woonden toen in de Hoekse Waard , waar de stormvloed ook slachtoffers had geëist en veel schade had aangericht. Maar toen ik ruim twintig jaar later in Zierikzee kwam wonen had ik weinig besef van de enorme tragiek die op Schouwen-Duiveland  schuil ging achter de Ramp.

Het krekengebied op Schouwen-Duiveland.

Het was in de tijd dat bij de meeste mensen het deksel nog stijf op de ijzeren pot van hun herinneringen zat. Zij spraken er nauwelijks over. Tijdens mijn werk voor de Zierikzeesche Nieuwsbode leerde ik snel bij. Door veel te lezen en door de gesprekken met toenmalig hoofdredacteur Tinus Bij de Vaate. En natuurlijk vooral ook door in dit gebied te leven. Lekker recreëren langs de kreken van Ouwerkerk! Wist ik wel hoe die kreken er ooit gekomen waren? Besefte ik de betekenis van namen als ‘Laan der Wereldveteranen’ en ‘Weg van de Buitenlandse Pers’?

De strijd ‘Oosterschelde Open/Dicht’ was journalistiek gezien fascinerend, maar leerde me ook zoveel over de emoties bij veel nabestaanden van slachtoffers van de Ramp. Maar wat me vooral  de keel deed dichtsnoeren in die eerste jaren dat ik hier woonde, was de plotselinge stilte die soms kon vallen. Ik herinner me die oudere man uit Ouwerkerk, een kennis van mijn man, die belangstellend de foto’s in ons trouwalbum bekeek. Hij klapte het dicht en zei: ,,Ja, kind….’’, boog zijn hoofd, bleef lange stil ,, … Zulke foto’s hebben wij niet meer, allemaal verloren gegaan met de Ramp.’’

Of die keer dat ik Piet Remeeus, toenmalig voorzitter van de jubilerende voetbalvereniging SVOWK, moest interviewen. Hij vertelde met trots over de successen van het eerste elftal, over de trainingen van de jeugd en over de komende jubileumviering. Natuurlijk wilde ik ook iets weten over het verleden: De oprichting, de ontwikkeling, de grootste successen en dergelijke. Remeeus vertelde breeduit, maar stokte bij 1953. ,,Zeven jongens van het eerste elftal zijn verdronken, maar daar wil en kan ik het niet verder over hebben.’’ Weer zo’n plotselinge stilte… .Totdat hij de draad weer oppakte en verder vertelde over ‘na de Ramp’, over herstel en wederopbouw en over de pijn die bij velen altijd bleef.

Foto boven: De Oosterscheldekering. | foto’s Ali Pankow

Geen reacties

Geef een reactie