Eerste vakantiebaantje

door Margreeth Ernens-Abrahamse

Toen ik 15 was, mocht ik een vakantiebaantje en ik solliciteerde bij het Julianaziekenhuis in Terneuzen.

Mijn hele ziekenzorgervaring bestond uit het verplegen van mijn poppen toen ik klein was. Ik had dan een verpleegstersuniformpje aan dat mijn moeder – die verpleegster was geweest – voor me had gemaakt. En verder had ik een paar keer in het ziekenhuis gelegen voor een oogoperatie.

Toch werd ik aangenomen met als salaris voor vier weken werken (van acht tot zes) bijna 200 gulden. Ik werd toegewezen aan zuster Warrens, hoofd van de interne afdeling, waar langdurig zieke patiënten werden verpleegd. Het was een kleine dame, met een heleboel pit, die er de wind goed onder had.

Ik moest verplicht verschijnen in een rokje (niet al te kort graag) en met ‘gezondheidsklompen’ aan. Dat was op zich al bijna een straf… Daaroverheen kreeg ik een schort.

Meestal werd ik als poetser ingezet: die hele lange gang had muren die tot halverwege met crèmekleurige tegels waren bedekt en die moest ik soppen. Verder had ik als taak om in de spoelkeuken po’s schoon te maken… Ik mocht ook helpen met het rondbrengen van het eten. Mannen en vrouwen lagen toen nog strikt gescheiden op aparte zalen. Toen ik voor het eerst bij de mannen kwam, wisten ze meteen wie ik was: ‘Jij bent een dochter van Abrahamse, je lijkt op je vader.’ Datzelfde overkwam me op de vrouwenafdeling: ,,Jij lijkt heel veel op je moeder.’’ Dat krijg je als je ouders best bekend zijn in Terneuzen.

’s Middags werd de ronde gedaan en ik moest het karretje duwen waarop medicijnen en thermometers lagen. Iedere patiënt kreeg een thermometer, met om het uiteinde een plasticje, voor de hygiëne. De thermometer werd met plasticje en al even in de vaseline gedoopt, want temperaturen moest anaal gebeuren. Later kwam een zuster die ophalen, noteerde de temperatuur en gaf de gebruikte thermometer aan mij. Ik moest het gebruikte plasticje eraf halen, de thermometer ontsmetten en weer op het karretje leggen.

Na een paar dagen vond ik dat in mijn (eigen)wijsheid nogal inefficiënt, dus ik legde in één moeite door na het ontsmetten een nieuw plasticje rond de thermometer en stopte die in de pot vaseline. Klaar voor het volgende gebruik. Nou, zuster Warrens vond het he-le-maal niets, zo liet ze me duidelijk weten. Ik moest al die plasticjes weggooien en de volgende dag pas de thermometers van verse plasticjes voorzien….

Mijn moeder was uiteraard reuze benieuwd of ik in haar voetsporen zou treden als verpleegster. Toen ik klein was, en met dat verpleegstersuniformpje speelde, riep ik altijd: ‘ik word hoofdzuster, geen gewone hoor.’ Er gaan echter nogal wat jaren overheen eer je hoofdzuster wordt en na al dat gezwoeg op de afdeling interne, besloot ik toch maar dat ik niet geschikt was voor de verpleging.

Dit is voorlopig de laatste podcast. Beluister het gesprek dat Remco van Schellen van Omroep Zeeland met Margreeth had in Zeeland Wordt Wakker:

Voor de liefhebbers: een video over de opening van het Julianaziekenhuis.

Geen reacties

Geef een reactie