En toen werd het stil

THEMAKRANT AUTOLOZE ZONDAG (editie 18, SEPTEMBER 2023)

 

door Jan van Damme

Oorlog in het Midden-Oosten, sympathie voor Israël, oliecrisis. Premier Joop den Uyl zei het in november 1973 met zijn somberste stem: de auto moet op zondag blijven staan. Tien autoloze zondagen waren er, het mocht niet maar er werd gefietst op de snelweg. In dit nieuwe nummer van Zeeuws Weerzien herinneren we ons die zondagen. De wereld maakte even pas op de plaats.

 

Het klopt vast niet als ik zeg dat het in ons huis in Groede aan de Noordstraat naar dieselolie rook. Mijn moeder zou me ronduit uitlachen. In haar huis, waar zij de scepter zwaaide, geen denken aan. Maar dat er veel over pk’s, uitlaten, gesynchroniseerde versnellingsbakken en laadvermogen werd gepraat, dat zal ze niet ontkennen.

Ach, u weet hoe dat met herinneringen gaat. Na vijftig en meer jaren leiden ze een eigen leven. Opeens weet ik weer het nummerbord van onze eerste Mercedes personenwagen: FX-81-66. Een donkergrijze, type 190D, stuurversnelling, een bank nog in plaats van een bestuurders- en een passagiersstoel. En niet te vergeten een rood opgloeiende sigarettenaansteker die ook voor sigaren geschikt was. Een Mercedes met een echte ster op de motorkap. Tweedehands gekocht, maar natuurlijk was hij als nieuw. Mijn vader wist het zeker: dit was een auto die dook als je met tachtig kilometer per uur het dijkje bij Sinte Pier kruiste, alle andere auto’s hikten daarover heen, de onze gleed. Ik geloofde hem.

En toen werd het stil, zondag 18 november 1973.

Gemopperd

Precies weet ik het niet meer. Maar er moet aan tafel flink gemopperd zijn op die rooie Den Uyl die het waagde om een autorijverbod in te stellen. Mijn vader zat vele jaren voor de KVP in de gemeenteraad van de Groe onder het minzame voorzitterschap van burgemeester J.C. Everaers – er is een straat naar hem genoemd. Gematigd in veel, maar fervent voorstander van alles wat op wielen bewoog, zo zou ik het vaderlijke verkiezingsprogramma in het kort kunnen omschrijven. Als er maar rook uitkwam. En dan was hij ook nog eens liefhebber van Agio Gouden Oogst – van die bolknakken – en La Paz-sigaren met die rafelige koppen. De brandgaatjes in zijn overhemd getuigden van zijn vurige voorkeur.

En toen werd het stil.

Stuurmanskunst

Het was de tijd dat de neuzen verdwenen. Onze Krupp-vrachtwagens hadden met hun lange motorkappen en daarboven gemonteerde strorekken altijd moeite om de loodsen in het Slijkstraatje te bereiken. Vooral het wegrijden, de bocht naar rechts de Molenstraat in, waarbij je bijna de latere abortuskliniek binnen reed, vroeg meer dan middelmatige stuurmanskunst. Met de introductie van een nieuwe generatie zware trucks verdwenen de motorkappen, de chauffeurscabine werd bovenop de motor geplaatst. Opeens moest je echt in de camion klimmen. De BB-21-12, een dieprode Krupp, was de eerste. Je had er een uitzicht in alsof je op een olifant door het dorp reed. Hij gromde, ergens diep onder je voeten.

En toen werd het stil.

Uitgeblust

Ik heb het me in die dagen van ‘Kiele Kiele Koeweit’ wel gerealiseerd. Mijn wereld – alle auto’s, vrachtwagens en – daarover hebben we het nog niet gehad – tractoren, stonden opeens uitgeblust in de garage. Geen dichtslaande portieren, geen gesis van de op lucht werkende handrem, geen warme walm van een Krupp-vrachtwagen die er net een rit van achthonderd kilometer op had zitten.

Die wereld, dat universum, kon van het ene op het andere moment op slot worden gedaan. Zomaar, poef, afgelopen.

Dat was een wijze les.

Foto: De Nieuwe Zuidbeekseweg in Vlissingen was eind 1973 tijdens de autoloze zondagen uitgestorven. Sandra van Zanten, die op Westerzicht woonde, kon er rolschaatsen met twee buurmeisjes en (voorop) haar zus. Ook de hond kon onbekommerd op de rijbaan lopen. | Foto: collectie Sandra van Zanten. Met dank aan ZB | Bibliotheek van Zeeland en FB-pagina Vlissingen en de Straatfotograaf.

Geen reacties

Geef een reactie