Geprakt, met een kuiltje jus graag
THEMAKRANT WAT SCHAFT DE POT? (editie 26, OKTOBER 2025)
door Jan van Damme
Het was de tijd dat nasi nog bijzonder was. Met augurkjes en kroepoek. Kroepoek, ja, een dikke soort chips. Spaghetti was toch ook wel behoorlijk buitenlands eten. We deden het mondjesmaat. Want de aardappel, het oude, vertrouwde blommige bintje was nog heer en meester. Geprakt, met een kuiltje jus. In deze Zeeuws Weerzien genieten we van stokvis, halen we een halfje Bums dwarsgebakken en ruiken we opnieuw de geuren van de tijd dat we nog aten met de seizoenen.
We hadden onze vaste fritesdag op zondag. Stipt twaalf uur, vers gesneden en gebakken, met mayonaise en – ja, de vitamines, ook zestig jaar geleden al – kropsla en peentjes uit de tuin. Voor mij was het feest daarmee rond. Nou vooruit, een in het fritesvet gepocheerd ei erbij, dat verhoogde de pret nog, vooral door de grillig gerafelde randen van het eiwit.
Er waren meer maaltijden die de week ritme gaven. Op zaterdag rook het huis naar soep: tomatensoep, en in de winter erwtensoep. Geserveerd met witbrood en roomboter. En als bijvoegsel de boterhamworst die diezelfde dag door de slager was gesneden. Soms met witte randjes vet. Mocht u die er thuis ook vanaf peuteren? De worst had kleur en geur, roze en zacht zoetig, een combinatie die elke herinnering aan je jeugd een tint kan geven.
Zagers
Voor de woensdag had mijn bij ons ingetrokken opa een vaste grap waar hij zelf het meeste plezier aan beleefde. Heb je de zagers al gezien, vroeg hij als de kerkklok 12 uur ’s middags sloeg. Nee opa, was het goede antwoord. Kijk, wees hij dan naar denkbeeldige voorbijgangers op de Markt in de schaduw van de kerktoren, daar komen ze de week doormidden zagen.
Nou was die woensdag bij ons vaak – in mijn herinnering altijd – de dag van pikkepotje. Pas nu ik er een leven later over schrijf, ontdek ik dat het een echt bestaand gerecht was. En dat ons pikkepotje een verbastering was van pik-in-het-potje. Klinkt een beetje schuin, maar was het toen absoluut niet. Als ik het gerecht nu op internet opzoek, dan blijkt het ooit een armeluizeneten geweest te zijn. Aardappels met hardgekookte eieren en als het eraf kon een stevige vlees- of boterjus.
Puree
Bij mij is dat idee van armoedig of schraal nooit opgedoken. Mijn moeder was kampioen puree maken, de door mijn vader in het groot geteelde aardappelen waren daarvoor een vertrouwde basis. Stevig smeuïg zodat je je vork er rechtop in kon zetten en zonder die in veel gerechten opduikende, verdachte harde vetklontjes waarvan de oorsprong nooit goed was te achterhalen. Door de puree werd in reepjes gesneden sla gemengd, soms ook andijvie. Gecompleteerd met geprakte hardgekookte eieren. Het kuiltje met de boterjus was de kers op de taart.
Pik-in-het-potje, het eerste woord pik sloeg op het uit de puree pikken van de eieren. Je zou het tegenwoordig bijna niet meer durven zeggen. Maar ons pikkepotje zaagde de week toch maar mooi doormidden.
foto: Een eenvoudige, doch voedzame maaltijd. | Foto: Adri van Wyngen/ZB/Beeldbank Zeeland: rec.nr. 76445. Ingekleurd met AI



Geen reacties