Jacht op de Goese billenknijper

THEMAKRANT GROOT-OUDERS EN KLEINKINDEREN (EDITIE 9, JUNI 2021)
door Albert Kort
Agent Adriaan Kort

Agent Adriaan Kort (geboren 1 februari 1894). Archief Albert Kort.

Mijn opa, Adriaan Kort, was een man van de regels en trots als een pauw. Aangezien hij het niet kon laten anderen de maat te nemen en zich altijd ergerde aan hun ‘afwijkend’ gedrag, was het begrijpelijk dat hij slechts weinig vrienden had. Beroepsdeformatie? Of was het gewoon de aard van het beestje?

Hoe dan ook, ik weet dat mijn moeder haar schoonvader niet kon uitstaan en er altijd weer tegen opzag om de ‘oude heer’, zoals hij in ons gezin werd genoemd, voor een bezoekje uit te nodigen.

Shag

Als kind begreep ik daar niet zo veel van. Ik mocht mijn opa wel. Na schooltijd liep ik dan ook geregeld naar de piepkleine bejaardenwoning in de Vermeerstraat te Goes, waar hij samen met mijn oma woonde. Vaak om te kaarten of over school te praten. Soms om stiekem van een sigaretje te genieten. Zelf rookte hij als een stoomlocomotief, altijd zware shag van Van Nelle, gewikkeld in flinterdun Rizla-vloeipapier. Van een glaasje jenever was hij trouwens evenmin vies.

Boodschappen

Nadat mijn oma in 1969 was overleden, ging ik vaker naar hem toe. Nu om de wekelijkse boodschappen voor hem te doen die hij mij dicteerde om op een briefje te schrijven. Omdat het lijstje weinig variatie bevatte, kon ik de bestellingen na verloop van tijd dromen. Melk, shag, witbrood, suiker, eieren en boterhamworst: ze ontbraken nimmer.

Zonder dat hij dat met zoveel woorden zei, wist ik dat mijn bezoekjes hem goed deden. Ongetwijfeld om zijn eenzaamheid te doorbreken, maar misschien nog meer om verhalen uit zijn verleden te kunnen vertellen.

Politie

Meer dan eens maakte hij me deelgenoot van zijn belevenissen bij de Goese politie. Zoals die keer toen hij er op een dinsdag samen met een collega op uit werd gestuurd om iemand, die vrouwen lastig viel door ze op de weekmarkt stiekem in de billen te knijpen, in de kraag te grijpen. Door zich te vermommen als twee vrouwen in klederdracht, dachten ze de dader te slim af te zijn. Tevergeefs overigens.

Ariërverklaring

Over de minder leuke dingen zweeg mijn opa als het graf. Zo hoorde ik hem nooit vertellen over de zogenaamde Ariërverklaring die hij als ambtenaar in 1941 ondertekende, en waarin hij moest aantonen dat hij niet van Joodse afkomst was. Begrijpelijk. Het was voor hem net als voor de duizenden andere Nederlanders die in overheidsdienst waren, een bevel en hij had weinig keus.

Toch vraag ik me af of hij na 1945, toen er steeds meer bekend werd over de gruwelen van de Nazi’s, last kreeg van zijn geweten. Dat geheim heeft hij echter in zijn graf meegenomen.

Foto boven: De politiemacht van Goes omstreeks 1920-1925, kort nadat Kort in 1920 agent van politie in deze stad werd. Adriaan Kort staat tweede van links. Archief Albert Kort.

Geen reacties

Geef een reactie