Nablijven, dansles, misdienaar en padvinderij

THEMAKRANT SCHOOL (editie 14, SEPTEMBER 2022)

 

Lezer Karel Tiggelman uit Middelburg klom in de pen om zijn herinneringen met ons te delen, herinneringen die opborrelden naar aanleiding van ons themanummer over school (september 2022). Karel Tiggelman vertelt over schoolstraf (‘het latje’), hoe dat ging als misdienaar, danslessen, de invoering van de ballpoint, de padvinderij en een ijskoude nachtelijke tocht.

door Karel Tiggelman

Als je de catechismusteksten niet goed had geleerd, en de stof er niet was ingestampt, moest je meteen nablijven op de katholieke lagere school.

Daar zat ik dan als enige leerling in de klas. Eerst kwam het bekende latje eraan te pas, daarna slingerde de leerkracht – die de bijnaam Stiertje had – je hoofd aan je haren heen en weer. Hij veronderstelde dat je de regels voortaan beter zou leren. Nee, na zo’n behandeling beslist niet!

In die periode waren er veel jongens misdienaar. Zij mochten óf iedere morgen, óf op zondag, assisteren bij de dienstdoende kapelaan, pastoor of pater bij het uitvoeren van de Heilige mis. Iedere geestelijke moest dagelijks een Heilige mis uitvoeren, mét of zonder kerkgangers. Daarnaast moesten de misdienaars assisteren bij huwelijks- en begrafenismissen. Omdat die altijd doordeweeks zijn, werd je uit de klas gehaald (de school stond tegenover de kerk) om te komen assisteren. Bij trouwdiensten kreeg je na afloop regelmatig bruidsuikers. Bij een rouwdienst ging je met de kapelaan, in je misdienaarskleding, toog en superply, voorzien van een wijwatervat met sprenkelkwast en demonteerbaar kruis, met de taxi naar de begraafplaats. Na afloop ging je weer terug naar je klas.

De twist

Ook en dat was leuker, werd er vanuit de Franse bedevaartplaats Beauraing in Frankrijk, gevraagd om  te komen assisteren bij de Hoogmis. Met een volle bus met koorleden, misdienaars en bedevaartgangers, reden we via Brussel, Namen, Frey en Dinant naar Beauraing. Naast het officiële  gedeelte was het voor ons ook een leuke dag. In een café klonk de hit van Adamo uit de Jukebox. Zelfs onze kapelaan, tevens reisleider, wist met zijn moppen en verhalen de microfoon nuttig te gebruiken. Tijdens een stop bij een soort dancing onder Brussel, leerden wij de twist dansen.

Op de eerste verdieping van de lagere school was klas 4, de klas van meester de Groot, gevestigd. Op een middag, zo rond 3 uur, zagen we heel veel inktzwarte wolken boven Middelburg. Mijnheer De Groot zag het ook en ging vlug naar het hoofd van de school, de heer Wolters. Hij kwam terug met de mededeling: ,,Er is brand bij de bandenopslag van Polak naast mijn huis. Ik ben weg en jullie vrij.’’ Zijn huis is gespaard gebleven en in Middelburg was het die dag ineens donker.

Eenmaal in klas 6, bij het hoofd van de school meneer Wolters, kregen we te horen dat de kroontjespen vervangen werd door iets nieuws, de ballpoint, een soort pen waar de inkt al inzit en door een heel klein koperen kanaaltje op het papier komt en waar je hele brieven mee kan schrijven.

Danslessen

Toen we ouder waren gingen we naar dansles. In vrijwel iedere plaats was een dansschool en hadden de meeste scholen een soort contract met de school. Soms kon onder schooltijd of aansluitend, met de hele klas dansen worden geleerd. Dat waren dansschool De Jonge in Vlissingen, Janvier in Goes en Meeuwse in Middelburg. De Zeeuws-Vlamingen konden terecht bij Dansschool Bilderbeek. Bij de meeste dansscholen kon, moest, je afdansen, bij Meeuwsen hoefde dat niet. Heel veel huwelijken zijn tijdens deze danslessen ontstaan … en bestaan nog! Had je de danspassen onder de knie, dan kon je gaan dansen in Middelburg in de Goudenpoorte in de Wagenaarstraat en op Kerst-, Nieuwjaars-, en Paasbals in de Concert- en Gehoorzaal. In Goes was dat de Prins van Oranje en Krijger en in Vlissingen bij De Jong, het Concertgebouw, het Arsenaal of in Brittannia. Later kon je ook bij de jongerenverenigingen gaan dansen, zoals Don Bosco (RK) aan de Kinderdijk en het Stuivertje /de Beuk (NH) bij de Koorkerk.

Naar een concert

Was je leerling op het voortgezet onderwijs, dan kon je regelmatig met je klas naar de Concert- en Gehoorzaal, theater of bioscoop in Middelburg, om te luisteren naar een concert met bekende en soms al beroemde concertmeesters. Zij vertelden eerst het verhaal van de componist, compleet met uitleg over de instrumenten. Daarna werd het muziekstuk uitgevoerd. Later, inmiddels zelf op de leeftijd van de docenten, kon je, onder schooltijd, weer gratis genieten van zo’n leuk ingeleid concert.

IJskoude wandeltocht

Vanuit de diverse kerkelijke jeugdorganisaties werd in 1964 een Pax Christi- (Advents) wandeltocht georganiseerd. In hartje winter werden zo’n 60 deelnemers in de Middelburgse Bogaardstraat ontvangen. Een docent van de HBS, een humanist, gaf een inleiding met de onderweg te  bespreken onderwerpen. De groep, begeleid door diverse ingewijden, wandelde die lange en koude nacht vanuit Middelburg via Veere, Vrouwenpolder, door en over de duinen en over het strand naar Domburg. Door het meteen bevriezen van het afgaande water, kon je er zo over glijden. Eenmaal bij Café de Roode Leeuw in Domburg aangekomen konden we lekker opwarmen en deelnemen aan een gezamenlijke eucharistieviering, gevolgd door een uitgebreid ontbijt. De dienstdoende priester, voorganger van de eucharistieviering, was de populaire kapelaan Van den Hemel van de parochie Middelburg.

De padvinderij

Ook kon je lid worden van een padvinderijgroep. Dat kon bij de hervormde kerk bij de Berdenis van Berlekomgroep, zoals de Gouden Cirkel. Bij de katholieken was dat de Onze Lieve Vrouw van den Poldergroep. De welpen (de jongste kinderen) hadden groene kleppetjes op en de grotere (hervormde) padvinders en (katholieke) verkenners hadden een korte broek bij het uniform. Ze droegen altijd een lange stok bij zich en hadden een ‘driekanten’ hoed op. Met twee stokken en een jas kon je een brancard maken. Van de verplichte driekanten halsdoek kon je een draagdoek maken en snelverband toepassen. Voor de meisjes en watersportliefhebbers waren er (en zijn er nog steeds) speciale groepen. Al jarenlang kan ieder land om de vier jaar een afvaardiging sturen naar de Wereld Jamboree met vele duizenden deelnemers uit de gehele wereld als werker of als deelnemer. Dat is één grote happening.

Foto: In het begin van de jaren zestig werd de kroontjespen ingeruild voor de ballpoint.

Geen reacties

Geef een reactie