
Post als menselijke verbinding
THEMAKRANT COMMUNICATIE (editie 23, januari 2025)
door Jopie Meerman en Wim van Gorsel
,,Post is de laatste vesting van de echte menselijke verbinding’’, las ik laatst ergens. Dan kan het bijna geen toeval zijn dat je net met de dochters van een postbode hebt gesproken over hun vader.
To Gores (1953) uit Arnhem en Plonie Duijnhouwer (1959) uit Scherpenisse hebben warme herinneringen aan hun vader Henk Verkerke, die als 14-jarige ging werken in het schildersbedrijf van zijn vader in Scherpenisse. Omdat het dorp al vier schilders had vond vader het beter dat zijn zoon iets anders koos. Dat werd in 1951 de PTT.
Henk Verkerke werd postbode. In het zwarte uniform met rode biezen en koperen knopen, bijpassend overhemd en pet, groeide hij in de 36 jaar dat hij de post bestelde uit tot een bekende verschijning in het dorp en in de polders.
Boodschap
Zijn werk begon om zes uur ’s morgens met het sorteren van de post (zetten, noemde hij dat) om daarna opgewekt per fiets met volle tassen op pad te gaan. Hij bracht ook de AOW rond en was een rijdend loket met postzegels en briefkaarten. Hij bezorgde telegrammen en nam post mee terug. En Henk was niet te beroerd af en toe een boodschap mee te brengen uit het dorp.
Bij zijn afscheid op 9 december 1987 kwamen tijdens de druk bezochte receptie de verhalen los. Hij hielp als er een koe moest kalven, een deur niet van het slot ging, een toiletbril moest worden vervangen of een zware weckketel moest worden getild.
In bikini
Ook toeristen konden op hem rekenen. Een bezoekster in bikini liftte op de brommer met de post mee. Belangrijk was de sociale controle. Henk, die zoals toen gebruikelijk een paar keer per dag bezorgde, zag alles. Omdat hij een eed had afgelegd was hij zeer discreet. Het werd gewaardeerd, vertellen de dochters. In de slachttijd en de decembermaand kwam hij altijd wel met lekkers thuis.
De herinneringen van Henk staan niet op zichzelf. De Middelburgse postbode Anton Schoenmaker, in 1956 in dienst gekomen als telegrambesteller, vertelde bij zijn afscheid in 1996 over zijn eerste jaar. ,,Alles werd toen nog op de fiets gedaan. Het was een erg strenge winter, overdag vroor het tien graden. Dan ging je ’s avonds met een strijkijzer aan je voeteneinde slapen om weer een beetje op temperatuur te komen’.
Loebassen
De Thoolse postbode Dees Imandt verhaalde over één van de grote ergernissen op het platteland: waakhonden. ,,Er zaten loebassen bij. Die vraten je ballen er zowat af. Totdat ik hondenkoekjes aanschafte. Sindsdien zagen ze me graag komen. Ze stonden gewoon elke dag op me te wachten.’’ Wel jammer dat invallers tijdens de vakantie niet op de hoogte waren van die truc.
Ook al vanwege de gewilde ambtenarenstatus bleven veel postbodes van jongs af aan hangen bij de PTT om er vaak tot hun pensioen te blijven werken. Soms ging het postbodebestaan over van vader op zoon, zoals bij Middelburger Anton Schoenmakers. Ook zijn vader, opa en overgrootvader waren in dienst bij ’tante Pos’.
foto: Postbode Henk Verkerke met zijn opvolgster. | Foto: archief Eendrachtbode
Geen reacties