PZC-loodzetmachines in 1960: ‘Au, m’n fikke!’

door Frans van de Velde

‘Wat wil jij later worden?’ vroeg de visite thuis vaak aan mij. Net als Pipo de Clown later op tv zei ik dan iets als ‘dikke-deur van de krant’ want zo gaat dat als je vader de derde krantendirecteur in de familie is.

Ik kwam vaak ‘op de zaak’, met het kantoor aan de Vlissingse Walstraat 60 en de drukkerij erachter, aan de Vlamingstraat. Mijn opa woonde in het bovenhuis. De PZC heeft er tot 1988 gezeten.

In 1960 konden kinderen gaan en staan waar ze wilden. Volop spelen op straat en overal op de fiets naar toe. Op woensdagmiddagen ging ik met vriendjes wel eens naar de krant. Veel mensen, warmte, stank en lawaai want alle teksten werden in lood gemaakt.

De Intertype regelzetmachine was mijn favoriet. Er stonden er wel zes. Achter een toetsenbord stond een reuzenapparaat waar uit een grote bak na elke toetsaanslag een metalen lettermatrijs* naar beneden viel en achter elkaar een krantenregel vulde. Daarvan werd dan een loden regel gegoten, waarna de machine de matrijzen weer naar boven transporteerde, naar hun eigen vakje. Was de krant gedrukt dan werd al dat lood weer omgesmolten.

De machinezetters gaven graag een demonstratie, deze keer aan mijn buurjongetje.

,,Hoe heet jij?’’

,,Hans Teulings, meneer.’’

Tik, tik, tik en de letters gleden in de goot naar beneden en kwamen achter elkaar te staan. Met lood van ongeveer 350 graden werd de regel gegoten.

,,Hier is je naam in lood’’, zo werd de regel naar hem uitgestoken.

,,Au, m’n fikke!’’ schreeuwde Hans en liet de regel op de grond vallen.

,,Ik had je toch gezegd dat het lood heel warm is. Ik laat hem wel wat verder afkoelen.’’ Altijd dezelfde grap – de mannen waren oplettend en je kreeg direct een natte lap in je hand geduwd.

,,Dat kan ik helemaal niet lezen”, zei Hans een beetje boos. Natuurlijk niet, de letters stonden namelijk in spiegelschrift. De volgende dag liet Hans een vel papier zien met wel dertig gestempelde afdrukken van zijn naam. Zou hij zijn naamregel lang hebben bewaard? Ik de mijne helaas niet . . .

*MatrijsEen matrijs (lettermoeder) is in de druktechniek een metalen vorm waarin een teken is geperst, bedoeld om loden letters te gieten.

Foto boven: Vier grote, warme Intertype loodzetmachines in 1955 naast elkaar in de PZC-drukkerij aan de Vlissingse Vlamingstraat.

Beluister het gesprek dat Remco van Schellen van Omroep Zeeland met Frans had in ‘Zeeland wordt wakker’:

Deze MAN-rotatiepers dateerde van rond 1928, drukte van de rol (rechtsonder op de foto) en leverde complete kranten af van maximaal 16 pagina’s, in zwart-wit. In 1963 werd in een nieuwe drukkerij tussen Vlamingstraat en Kleine Kerkstraat een veel grotere pers in gebruik genomen, die in 1974 werd verdubbeld. Omdat de kranten in vierkleurendruk moesten gaan verschijnen kwam er in 1983 een offsetpers voor in de plaats, op de laatste PZC-druklocatie in Vlissingen aan de Oostsouburgseweg, die tot ongeveer 2005 in productie is geweest. Links op de foto staat drukker Cor Lammers, die in een PZC-huis aan de Vlamingstraat woonde en meerdere zonen PZC-medewerker zag worden.


‘Kwart over zes: de expeditie draait op volle toeren.’ De rotatiepers liet zien waar het 25ste exemplaar zat en daarmee werden de bundels met de hand samengesteld en dichtgeknoopt. De PZC was enkele jaren eerder ochtendkrant geworden, zodat overdag de advertenties en het achtergrondnieuws konden worden gemaakt en ’s avonds tot ver in de nacht de actuele courant. Daarom werd er pas zo laat gedrukt.


Dit was in 1955 waarschijnlijk de enige bestelauto van de PZC. De kranten werden voornamelijk per openbaar vervoer getransporteerd: de trein, veel veerboten en heel veel streekbussen. Er kwamen ontzettend veel mensenhanden aan te pas! Moet een ochtendkrant nu uiterlijk om zeven uur ’s morgens in de bus liggen, toen zal dat op Sint Philipsland en in Zeeuwsch-Vlaanderen veel later zijn geweest. De leeftijd van deze Vlissingse bezorgers was ook anders dan nu.

Geen reacties

Geef een reactie