Rotterdam bleef trekken

Naar aanleiding van het stukje van Peter Blom over Wanne van Ille van Rooie Jaap, de Zeeuwse kolonie in Rotterdam, schreef Clasien Scheurs (86) uit Vlissingen wat herinneringen op aan haar grootouders, die ook in Rotterdam terecht kwamen.

door Clasien Schreurs

Mijn opoe Klazina Schreurs-Pantus werd geboren in Oudelande op 17 september 1867.

Haar adres was BIN-5 of BIH 5, maar ik kan nergens terugvinden waar dat precies was. Ze is altijd trouw gebleven aan haar Bevelandse klederdracht en heeft die nooit afgelegd. In 1962 is ze overleden in Hoensbroek op de respectabele leeftijd van 95 jaar. Ze was getrouwd met Adrianus Petrus Schreurs (Ovezande 28 oktober 1867 – Oost-Souburg 25 oktober 1938). De familie verhuisde rond 1900 naar Rotterdam. Daar werd op 18 december 1902 Franciscus geboren, mijn vader. Opoe Klazien bleef in Rotterdam gewoon de Zuid-Bevelandse dracht dragen en zal daar best veel opzien mee hebben gebaard, denk ik wel eens.

Opa werkte in Rotterdam bij het spoor. Toen in 1903 een grote spoorwegstaking uitbrak, werden alle stakers ontslagen. Berooid kwam de familie terug in Oost-Souburg, waar een huis vlakbij het Oranjeplein werd betrokken. Opa was in die tijd schoenmaker, later had hij een winkeltje in de Kanaalstraat in Oost-Souburg. Opoe Klazien was baker. Mijn opa overleed vlak voor de oorlog en werd op het katholieke deel van de begraafplaats in Vlissingen begraven.

Opoe woonde aan het Oranjeplein, op de plek waar nu de kleuterschool staat. In augustus 1942 moest zij verplicht evacueren, en zo kwam ze terecht bij haar dochter in Hoensbroek in Limburg. **

Bezienswaardigheid

Opoe bleef ook in Hoensbroek trouw aan de Bevelandse dracht, en was daar een echte bezienswaardigheid. In Hoensbroek werd deze mooie foto van haar gemaakt. Die heeft ook lange tijd groot in de etalage gehangen bij de fotograaf. Opoe was katholiek, en dat is te zien aan de dracht.**** Ik weet niet of er ook een kenmerk van het dorp Oudelande is te zien (het was vaak gebruikelijk dat dorpen hun eigen kenmerk aan de dracht toevoegden). Na haar dood in 1962 werd opoe vanuit Hoensbroek naar Vlissingen gebracht om te worden begraven. Ook zij ligt op het katholieke deel van de begraafplaats, maar apart van haar man.

Wereldwijde crisis

Franciscus, mijn vader, werkte in de scheepsbouw. Hij hád iets met Rotterdam en ging zodra hij kon, terug naar Rotterdam. Daar leerde hij zijn vrouw Hendrika Johanna Maria de Goeij (Nijmegen, 31 augustus 1911) kennen. Zij werkte in het logement waar Franciscus verbleef. Van het een kwam het ander en in 1930 trouwden ze in Rotterdam. Er was meteen een kind op komst. Een half jaar later brak echter de grote wereldwijde crisis uit. Mijn vader Franciscus werd een paar jaar later werkloos en zou dat zes jaar lang blijven. Ik ben op 20 mei 1934 in Rotterdam geboren. In 1939 kon mijn vader eindelijk aan de slag bij De Schelde in Vlissingen, en hoewel hij niet weg wilde uit Rotterdam, zat er niets anders op dan met zijn gezin te verhuizen. Hij overleed op 18 januari 1949.

Foto: Klazina Schreurs-Pantus in Zuid-Bevelandse dracht.

Oproep: Kan iemand mevrouw Schreurs helpen om het adres te vinden in Oudelande – BIN-5 of BIH 5 – , waar haar opoe werd geboren?

** (Die evacuatie gold voor iedereen in Zeeland die niet werkte: renteniers, ouden van dagen, vrouwen van wie de echtgenoot in Duitsland tewerk was gesteld. Het gerucht deed de ronde dat wie geen adres had om naar toe te gaan, naar een kamp zou worden afgevoerd. Bron: Oorlogsdagboek Marie Verhage op Zeeuwse Ankers)

****De Zuid-Bevelandse katholieke dracht lijkt grotendeels op de protestantse. Er zijn enkele duidelijke verschillen. De katholieke vrouw draagt een trapeze-vormige bovenmuts van kant. In de ondermuts wordt het oorijzer gedragen waaraan grote gouden platen zitten; de zgn. stikken. Deze worden hoog op het voorhoofd gedragen met daar tussen de gouden kroonspelden. Over de ondermuts draagt de vrouw een blauw tussenmutsje dat afgezet is met kraaltjes of band. Het haar wordt in een lus op het voorhoofd gelegd: de tuul. Om de hals draagt ze bloedkoralen die in de nek met een gouden slot worden gesloten. Over het hemdrok wordt de doek en beuk gedragen. Deze zijn gemaakt van dezelfde stof. Op de beuk zit aan de voor- en achterzijde een kralengalon. Bij de protestantse vrouw ontbreekt dit. Verder draagt ze een zwarte schort van merinos wol. Soms heeft de vrouw een reticuul bij zich. (Bron: Ons Boeregoed)

2 reacties
  • Clasien Schreurs
    Geplaatst op 12:55h, 19 augustus Beantwoorden

    Heb ik u al eens bedankt voor de informatie?
    Ik zou graag de namen willen weten van mijn opoe’s zusters en eventuele geboortedata, zou u hier achter kunnen komen? Alvast hartelijk bedankt!!

  • Frank Jansens
    Geplaatst op 10:38h, 21 december Beantwoorden

    Clasien Pantus is geb. op 17 september 1876 te Oudelande.
    Haar vader deed aangifte op 18 september het gezin woonden toen op het huisnummer 71. Als getuigen traden op Danker Valkier (kleermaker) en Johannis Quinten (arbeider).

    De huisnummering zijn in de loop van de jaren nog al eens veranderd vanaf …….. tot 1 juni 1962 was nummer 71 in de dorpsstraat wat later Burg. van Liere straat 26 is geworden.

    De latere kinderen uit het huwelijk werden op Nr 75 geboren.
    De huisnummer waren tot 1 juni 1962 voorzien van een Wijk aanduiding A of B, A stond voor de kern van het dorp en de B de reeds.
    Bij de gemeente zou je nog eens kunnen navragen of ze de huisnummering van rond 1850 na kunnen gaan?

    Als je nog vragen hebt hoor ik het wel.

Geef een reactie