Sprookjesgeloof

door Willem Staat

Een van de eerste verre reizen die ik als kind maakte voerde mij met mijn ouders en broertje naar de Efteling. Het was op een zomerse dag.

Ik was danig onder de indruk van de hemel van Anton Pieck. Het begon al met Holle Bolle Gijs die om papier riep. Je gooide er een prop in waarop hij reageerde door meerdere keren luid ‘dank u wel’ te roepen.

Ik kon er geen genoeg van krijgen, maar we moesten verder, het sprookjesbos in. Dat was pas een belevenis! Indrukwekkend groot was de reus die zijn nek voor mijn gevoel bijna tot in de wolken deed stijgen. Ik keek vol verbazing naar  de  dansende schoentjes en was geboeid door de vitrine waarin twee knaapjes hingen: de onzichtbare kleren van de keizer!

Maar de meeste indruk maakte de vliegende fakir. Dat was een in het wit geklede man, die vanachter een paleisvenster op een instrument blies, waarop de tulpen in de tuin begonnen te rijzen. Daarna gingen de deurtjes dicht. Even later vloog hij op een matje uit de bovenetage van een van de torens naar de paleisvleugel aan de overkant. Daar speelde hij op de begane grond opnieuw, waarna hij terugvloog. Voor mij een magisch schouwspel.
Vele jaren later gingen we met de kinderen naar de Efteling. De reus bleek een stuk minder lang dan vroeger. Aangekomen bij de fakir bleek dat diens tapijt niet vanzelf vloog, maar gewoon over nylon draden werd getrokken.

Ik keek naar mijn kinderen. Zouden zij dat ook zien? Maar nee, ze waren net zo kritiekloos als  ik vroeger. Dat bleek ook in het kabouterbos, dat er nog niet was toen ik kind was. ,,Papa, het wasvrouwtje lachte naar me”, zei mijn jongste dochter. ,,Weet je het zeker?”, vroeg ik.  ,,Ja, het is echt waar!”
Dat de wereld minder sprookjesachtig is dan je als kind waarnam, daar kom je later wel achter. Toch koester ik nog restjes van het sprookjesgeloof. Elk jaar hoop ik in de herfst, wanneer de bomen nog fris ogen, dat ze dit keer hun blad zullen behouden en we een groene winter krijgen. Zo gaat het ook wanneer ik een boek lees of een documentaire zie over oorlogen. Stilletjes hoop ik dan dat het minder erg verloopt dan ik al heel lang weet.
Het kind in de mens is nooit gestorven.

Foto: Op de schommel: ik ben het jongetje op de zesde plek dat recht in de camera kijkt.

Beluister het gesprek dat Remco van Schellen van Omroep Zeeland met Willem had in ‘Zeeland wordt wakker’:

Tags:
Geen reacties

Geef een reactie