Verdwenen beroepen … de baker

THEMAKRANT GROOT-OUDERS EN KLEINKINDEREN (EDITIE 9, JUNI 2021)

 

door Johan Francke
baakster

Tine Flipse uit Middelburg (hier in 1977) was de laatste kraamverzorgster die nog in dracht verpleegde. foto: Wim Helm, ZB| Beeldbank Zeeland, recordnr. 55578.

Tot halverwege vorige eeuw werden jonge moeders na de bevalling bijgestaan door bakers: doorgaans oudere vrouwen met veel praktische ervaring, maar weinig theoretische kennis.

De baker of baakster was een soort kraamverzorgster, voordat dat beroep ontstond. Ze begeleidde de moeder en was al een paar dagen voor de bevalling in huis. Bakers waren zowel gehuwde als ongehuwde vrouwen, die in de tijd van de verzuiling in de regel tot de eigen religieuze gezindte hoorden.
De baker woonde doorgaans tijdelijk in bij het gezin, al was ze er in principe alleen overdag. De moeder bleef in de regel tien dagen in bed en de baker bleef in huis totdat zij zover hersteld was dat ze weer dagelijkse taken kon uitvoeren.

Bakerpraatjes

De ongeschooldheid van veel bakers leidde tot bijgeloof en dito rituelen binnen de beroepsgroep: de spreekwoordelijke ‘bakerpraatjes.’

De naam baker komt van de term bakeren. Tot ver in de twintigste eeuw werden baby’s na de bevalling in doeken gewikkeld, waarbij de armpjes stijf tegen het lichaam werden gedrukt. Die doeken werden vaak warm gemaakt om de baby op temperatuur te krijgen en te houden.

Waren die doeken té warm, dan werd je als baby te heet gebakerd. Het volksgeloof wilde dat zo’n kind later een ‘heetgebakerde’ (driftige) persoon werd.
Het woord bakermat is afgeleid van de lage mand of houten bak waarin de baker zat en de baby verzorgde. De overdrachtelijke betekenis van bakermat staat voor de plaats waar iemand is geboren en opgevoed.

Slechte naam

Onervaren ouders vertrouwden op de tradities en rituelen van de baker, die medisch gezien niet altijd klopten. Naarmate de kwaliteit van de gezondheidszorg toenam, kregen bakers een slechtere naam. Pas rond 1900 werden er bakercursussen opgezet en in 1911 begonnen de kruisverenigingen de cursus kraamvrouwverpleging. Na de Tweede Wereldoorlog verdween de oorspronkelijke baker uit Zeeland.

In plaats van de wat oudere baker die voor haar werk een witte schort droeg, kwam voortaan de jonge vrouw in licht groen kostuum met witte schort. Velen volgden de opleiding kraamverzorgster of namen de moderne richtlijnen over.

De uit Colijnsplaat afkomstige baker A.T. de Pree moest, voordat ze in 1939 het bakerdiploma ontving, al tal van boeken over de zuigelingenzorg en aanstaande moeders doornemen. Ze kreeg onderricht in zaken als voedingsstoringen, bacteriën in de melk, infectieziekten, tbc, te vroeg geboren zuigelingen, (navel)breuken, stuipen en dauwworm (huiduitslag).

Gemeenteverloskundige

Advertentie uit de Ter Neuzense Courant van 6 april 1927

In Zierikzee was zelfs een gemeenteverloskundige, maar die functie werd al in 1947 afgeschaft. Bevallingen werden vanaf dan overgenomen door de huisarts. Zo eindigde de 29-jarige loopbaan als baker van mevrouw Beetvelt.

De Heinkenszandse baker Cornelia Traas-Meulblok kon in haar loopbaan wel tot tweemaal toe een bijzonder jubileum vieren. Op de dag dat ze in 1953 haar vijftigste verjaardag vierde, werd ze weggeroepen voor de geboorte van een jongetje. Toen deze man in 2003 zelf vijftig werd, kon de inmiddels honderdjarige Cornelia hem nog een kaartje sturen.

Bakerdiploma

Een bakerdiploma uit 1939 van mevrouw A.T. de Pree uit Colijnsplaat. (ZB| Bibliotheek van Zeeland, collectie Mej. A.T. de Pree)

Geen reacties

Geef een reactie