‘Zeeuws’ bankbiljet met grapjes

THEMAKRANT GELD (editie 24, april 2025)

 

door Jan Dirk van Scheyen

In 1924, 1970 en 1986 verschenen in Nederland bankbiljetten met een Zeeuws tintje. Het meest tot de verbeelding spreekt nog altijd het briefje van 250 gulden uit 1986 met de beeltenis van een vuurtoren, die was geïnspireerd op de vuurtoren van Haamstede. Er waren stiekem grapjes in verstopt.

Robert Deodaat Emile (Ootje) Oxenaar was de ontwerper van het vuurtorenbiljet. De kleurrijke ontwerpen van deze beroemde graficus uit het guldentijdperk waren geliefd. Wie herinnert zich niet het gele briefje van vijftig met de zonnebloem, of de snip, of dat andere ‘Zeeuwse’ biljet met Michiel de Ruyter er op?
Voor het paarse biljet van 250 gulden liet Oxenaar (1929-2017) zich inspireren door de vuurtoren Westerlicht in Haamstede. Deze vuurtoren, beschilderd met de herkenbare rode en witte band die in een spiraal omhoog lopen, is bijna twee eeuwen oud. Met een lichthoogte van 58 meter boven zeeniveau is Westerlicht een van de hoogste vuurtorens van ons land.

De Ruyter

Om nog enkele andere typisch Zeeuwse bankbiljetten te vinden, moeten we terug naar 1970 en 1924. In 1970 ontwierp diezelfde Ootje Oxenaar het beroemde bruine briefje van honderd gulden met de gestileerde beeltenis van zeeheld Michiel de Ruyter, en in 1924 bracht De Nederlandsche Bank (DNB) een biljet van tien gulden uit met daarop een pronte jonge vrouw in de protestantse dracht van Zuid-Beveland. Voor dit biljet had Geertrui Walraven uit Goes model gestaan, zij was een van de dienstbodes van mr. G.J. Sprenger, een agent van DNB in Middelburg. Voor het watermerk van dat tientje was dan weer heel ergens anders inspiratie gevonden, want dat was een Zuiderzeebotter.

Verstopt

Het iconische vuurtorenbiljet spreekt tot vandaag tot de verbeelding. Ontwerper Oxenaar had er namelijk stiekem een paar persoonlijke details uit zijn leven in verstopt. Zo zijn de namen van twee vriendinnen, Ria en Eugénie, en van zijn kleindochter Hannah in het ontwerp verwerkt, waardoor het knap lastig was om het na te maken. Het watermerk is een duinkonijn, naadloos passend bij het onderwerp van het biljet. Maar Oxenaars eigen huisdier, het konijn Nikkie, stond hier model voor… Ook bijzonder is dat de vuurtoren ‘liggend’ op het biljet is afgedrukt. Je moet het dus een kwartslag draaien om de toren optimaal te kunnen bewonderen.

Relatie

Aanvankelijk wilde Oxenaar op het 250 gulden-biljet het Rietveld Schröderhuis in Utrecht afbeelden, maar dat vond DNB niet zo’n goed idee. Die vreesde dat andere steden zich dan misschien achtergesteld zouden voelen. Het werd uiteindelijk die fraaie vuurtoren om, zoals Oxenaar zelf zei, de relatie van Nederland met het water en de scheepvaart te verbeelden.

Een bijzonder bankbiljet dus waarin bovendien, in letters van 0,2 millimeter hoog, een gedicht is verwerkt. Zo werd het nog extra moeilijk om het te vervalsen. Zo veilig als de zeedijken in ons gewest dus, dit briefje van 250.
Ook al wilde niet elke winkel het aannemen toen het nog in omloop was (Hier hebben wij niet van terug), aangezien het nogal populair was als zwart geld.

Geen reacties

Geef een reactie