Ik wens je een aardig ventje met een goed tractementje

THEMAKRANT LIEFDE EN VRIENDSCHAP (editie 16, MAART 2023)

 

door Albert Kort

Ik had een moeder die bijna alles bewaarde zoals de foto’s van de belangrijke momenten uit haar leven.

Maar ook de albums waarin we onze suikerzakjes en sigarenbandjes hadden gestopt, waren bij haar in goede handen. Kussens met speldjes van vrijwel alle automerken, sleutelhangers met poppetjes van stripfiguren zoals Mickey Mouse, poppetjes van dieren bekend uit de Fabeltjeskrant, je kon het zo gek nog niet bedenken, of zij wist er wel een plekje voor te vinden.

De moeder van Albert Kort. | fotoarchief Albert Kort

Een aparte plaats hadden haar eigen poëzie-albums. Want reken maar dat ze daar trots op was. Toen ik vele jaren later naar de albums vroeg, raakte ze in verrukking en begon te vertellen over haar tijd als schoolmeisje in Bergen op Zoom en de vriendinnetjes die ze daar allemaal had. Met welke klasgenootjes en meisjes uit de buurt ze omging en welke tantes ze het aardigst vond.

Terug naar haar jeugd

Was het voor Marcel Proust de geur van madeleinekoekjes die hem naar zijn jeugdherinneringen terugbracht, voor mijn moeder was dit ongetwijfeld het bladeren in haar poëzie-album. De tijd waarin ze opgroeide mocht dan grotendeels in het teken van armoede hebben gestaan, het waren wel de jaren waarin zij jong was en het leven aan haar voeten lag.

Het poëzie-album dat ze mij de laatste keer dat ik haar zag liet zien, dateert uit 1937, toen ze twaalf jaar was en in de laatste klas van de lagere school zat. Haar moeder mocht er als eerste in schrijven, daarna volgden de zusjes, tantes, buurmeisjes en tenslotte de schoolvriendinnetjes.

Foto boven: Een pagina uit het poziealburm van de moeder van Albert Kort.

Kerk en geloof

Uit de meeste verhaaltjes blijkt hoe belangrijk kerk en geloof in die tijd waren. Haar vriendin Riet de Rooy: Lieve Constans, Hoe de storm ook mag woeden, Op de reis naar de eeuwigheid, Jezus is de trouwe bootsman, Die ons altijd veilig leidt, Blauwe ogen, Roode mond, Lieve Stansie, Blijft gezond.

Maar ook praktische aanwijzingen voor de toekomst ontbraken niet. Zo schreef haar buurmeisje Nellie Huigens: Ik wens je een aardig ventje, met een goed tractementje. Een huisje wondermooi, ’s Morgens laat uit de kooi. Een varken in ’t zout, en honderd jaren oud.

Overgeschreven

Geen proza of poëzie van hoog niveau, maar gewoon leuk voor meiden van die leeftijd. En net als na de oorlog, ook toen al overgeschreven uit een Poëzieversjesboek. Het leukst van zo’n poëziealbum waren de mooie plaatjes die er in stonden. Sommige daarvan waren zo mooi, dat je ze eigenlijk niet wilde weggeven. Het was tenslotte nog maar de vraag wat je ervoor terugkreeg.

Op mijn vraag welk plaatje of verhaaltje haar meest favoriete was, aarzelde ze geen moment. Het dierbaarst was dat van haar moeder, zeker nadat die in 1968 was overleden. Het was voor haar een blijvend aandenken, aan haar moeder, maar ook en vooral aan haar jeugd.

Geen reacties

Geef een reactie